Doomkerke - 't haantje
Doomkerke, een officieële parochie van de gemeente Ruiselede 't haantje

Zo is Doomkerke - Deel 2: School en onderwijs

Daer, op een uer afstands van de dorpplaets, stichtte hij, onder den naam en ter eere van Sint-Joseph, een tweede klooster, tot onderwijs en opvoeding der dochterkens en knechtjes van dit oord...

Kan. Tanghe 1861.

ONTSTAAN VAN DE SCHOOL OP 'T HAANTJE

Was het pastoor Doom niet gelukt de verbouwingswerken aan de kerk te Ruiselede te realiseren, des te beter gelukte hij erin zijn bouwijver op het klooster te concentreren. Onder zijn leiding bouwde men vooreerst een nieuwe woning voor de zusters, verder een tehuis voor arme en gebrekkige ouderlingen, een tehuis voor weeskinderen, een kantschool en ten slotte vernieuwde hij bijna volledig het pensionaat. Hiermee was zijn werk op Ruiselede ongeveer afgerond.
Doch de grote bouwer zag verder:

„Ondertusschen aenmerkte de Eerwaarde pastor Doom, hoe moeyelyk, hoe lastig het viel aen vele kinderen, alle dagen, eene uer wegs af te doen om de kloosterschool bij te wonen. Wat dan gedaen om erin te voorzien ? Een hulpklooster te lande stichten scheen hem, de eenigste krachtdadige middel. Ook vertoefde hij niet dit gedacht uit te voeren, want het vooruitzigt op de goede gevolgen dezer onderneming liet hem geene rust totdat zij voltrokken was. Om zijn ontwerp te bewerkstelligen, verkoos hij eene plaets, gelegen op het veelbewoonde gehucht, genoemd het Haentje, tusschen Ruisselede en Wynghene."

Hier mogen we niet uit het oog verliezen dat de wet op de leerplicht, de wet NOTHOMB, pas op 22 september 1842 gestemd werd, deze werd aangevuld door de wet VAN HUMBEEK van 10 juli 1879. De wet op de schoolplicht dateert pas van 19 mei 1914, doch terwille van oorlogsomstandigheden komt de praktische toepassing ervan pas in 1919.

In die tijd was zelfs het allernoodzakelijkste onderwijs een voorrecht dat niet iedereen beschoren was. Kinderen van welstellende ouders konden reeds in 1842 onderwijs genieten te Ruiselede. Vanaf 1850 waren op 't Haantje twee private scholen gekend.

De eerste nabij het Strokot, een tweede niet ver van 't Wulveke aan de Bruggesteenweg (Wijtstraat).
Overleveringen spreken van een zekere DECLERCO.

Het eerste bijhuis van de Zusters van VII Weeën werd in Ruiselede zelf gesticht in 1857 en wel op de wijk het Haantje.
Begin 1859 kocht pastoor Doom een gebouw op de toen relatief sterk bewoonde wijk „Het Haantje" en gaf aan het klooster van Ruiselede bevel er een school te openen.

Reeds op 28 januari kwamen de eerste zusters, met name zuster LIGUORI en zuster CATHARINA, hun intrek nemen in een voor zijn doel weinig geschikt gebouw.
Als directrice van de kantschool volgde op 1 april zuster GABRIËL.
Om het vele werk te helpen beredderen waren nog 2 zusters nodig, zodat de kloostergemeenschap van meet af aan 5 zusters telde.

Van deze pioniers hebben we enkele gegevens opgezocht.

  • Zuster LIGUORI Mathildis STANDAERT
    Geboren te Ruiselede op 5 maart 1825
    Geprofest op 5 oktober 1852
    Gestorven op 21 augustus 1886
  • Zuster CATHARINA - Natalie VAN OVERBEKE
    Geboren te Kuurne op 5 augustus 1827
    Geprofest op 19 juni 1855
    Gestorven op 2 april 1902
  • Zuster GABRIËL - Oktavia LANSENS
    Geboren te Handzame op 18 mei 1834
    Geprofest op 22 november 1855
    Gestorven op 29 oktober 1899
  • Zuster MARTHA - Alexandrina DE DEKEN
    Geboren te Elsegem (Oudenaarde) op 25 december 1800
    Geprofest op 16 december 1836
    Gestorven op 19 augustus 1873
  • Zuster MARIA - Virginie DE FAUW
    Geboren te Ruiselede op 8 april 1832
    Geprofest op 4 oktober 1858
    Gestorven op 1 maart 1902

Op ons kerkhof in de schaduw van de kerktoren, vinden we nog de grafzerk met volgende aanduidingen:

D.O.M.
Ter gedachtenis der Eerw. Zuster LIGUORI Juf. Mat. STANDAERT le overste van 't klooster alhier overleden den 21 oogst 1886
R.I.P.

De bescheiden grafzerk werd geleverd door : H. DUBOIS, Quai des Moines, Gand.


Grafzerk Eerwaarde Moeder Liguori, eerste overste.

De zusters deelden lief en leed van de bevolking. Ze verbleven een ganse week op 't Haantje en trokken de zaterdagnamiddag te voet langs modderige wegen naar Ruiselede en keerden de zondag voor de middag terug, geladen met pak en zak en de nodige mondvoorraad voor de ganse week.
Het bestaande gebouw schonk geen voldoening en werd alras verbouwd en met een verdieping uitgerust.
De verbouwingen moeten in een snel tempo gebeurd zijn, want kanunnik TANGHE schrijft : „In 1859 kan het onderwijs beginnen en op 2 february werd de kapel en gans het huys ingewijd..." Bij dezelfde auteur lezen we verder : „Alzoo vierde de Heer Pastor, in de nieuwe kapelle den 4 February 1860, de eerste Missen lezende, de tweehonderdjarige gedachtenis van den H. Vincentius a Paulo."

De nieuwe school werd aan Sint-Jozef toegewijd en kende van in de beginne een stijgend succes. Zo waren er zowel in de leerschool, (lezen, schrijven, rekenen) als in de kantschool een 100-tal leerlingen.
De zondagschool ging met reuzestappen vooruit en telde weldra 127 jongens en 156 meisjes. Ook het werk van Sint-Jan-Baptist (een soort congregatie) kende met 70 leden, een grote bloeiperiode. Voor de leden werd de zondagnamiddag het lof gezongen en een sermoen gepredikt.

Zo werd de wijk „Het Haantje" met zijn 20-tal op elkaar gepakte kleine wevershuisjes de groeikern van wat enkele jaren later Doomkerke zou worden. Het werd de kern van geloof en kennis. Het werk dat de zusters hier gepresteerd hebben is van onschatbare waarde. Ze zijn de cultuurverspreiders geworden en hebben in zeer sterke mate meegeholpen om het geestelijk en cultureel niveau van onze voorouders te verheffen.
Al vlug werden de gebouwen op Het Haantje te klein en werd er naar nieuw en beter uitgekeken.
Onder het bestuur van Moeder IGNATIA, die Moeder VINCENTIA '(Isabella-Francisca VANDER WEE) opvolgde kreeg Doomkerke naast de kerk een nieuwe school. Moeder IGNATIA, Lucia VAN DEN BUSSCHE, werd geboren te Klerken op 7 maart 1827, en reeds in 1857 tot algemene overste verkozen. Onder haar bestuur kwamen 9 bijhuizen tot stand.
Ze stierf op 21 januari 1891 na 4 jaar ziekte. Zij was een nicht van pastoor DOOM. In samenwerking met en onder de leiding van pastoor Doom bouwde het klooster van Ruiselede een nieuw modern opgevat schoolcomplex.
Het bevatte ondermeer : rechts naast het kerkhof een woonhuis voor de eerste koster Adolf CALLENS, deze bouwde achteraf een eigen woning, thans bewoond door wed. Odile ANSEEUW-WYCKHUYS Romania, Brandstraat 43.
De linkervleugel diende als woonhuis voor de zusters. In het middengedeelte beneden en boven, voor en achter werden de klassen ondergebracht. Links, meer naar achter werden de boerderijgebouwen opgetrokken. Het voorste gedeelte hiervan werd als bejaardenhuis ingericht. Boven waren ook klassen voorzien. In de laatstgenoemde klassen werd van 1905 tot 1915 de speldewerkschool gegeven. Later werden er de jongensklassen ondergebracht.

Het nieuwe klooster, de schoollokalen en bijgebouwen werden op 13 september 1880 ingewijd door E.H. pastoor BAYART. Deze was de eerste officieel benoemde pastoor van Doomkerke.
Zuster CATHARINA stichtte reeds in de oude gebouwen de speldewerkschool. Ze stierf op 2 april 1902. Haar opvolgster was zuster CELESTINA, in de wereld Sylvie DE GEYTER. Op haar doodsprentje lezen we : Geboren te Ruysselede, den 27 juni 1837. Getreden in het klooster van O.L.V. der VII Weeën te Ruysselede, den 30 december 1861, gekleed, den 11 april 1862. Geprofest, den 28 april 1862. Overleden te Doomkerke, den 11 september 1900.

Toen kwam zuster LUDWINA, Emilie-Marie TYBERGHIEN, geboren 11 juni 1875 en gestorven te Ruiselede op 14/9/1964. Ze was afkomstig van „De Ondank" te Wingene en leerde vanaf haar 6e jaar de kantklossen hanteren. Oorspronkelijk maakte men Valenciennes kant, deze was moeilijk te vervaardigen en vergde zeer veel tijd, nu kwam de Brugse kant die meer winst naliet.

Naar zuster LUDWINA zelf beweerde was de schoolplicht hoofdoorzaak van het verval van de speldewerkschool. Deze verdween in 1915 en zuster LUDWINA keerde naar het moederklooster terug.
De kinderen leerden speldewerken vanaf hun 7de jaar.

Een uitzonderlijk begaafde leerlinge op Doomkerke was Bertha SCHUYVINCK (gehuwd met Ferdinand DEBEL), geboren te Ruiselede op 15 augustus 1891 en overleden op 17 november 1974 te Knokke-Heist (Westkapelle).
Vroeger liepen de kinderen school tot hun 12de jaar of beter gezegd tot aan hun eerste communie.
Met het in gebruik nemen van de school naast de kerk verloor de Sint-Jozefschool alle belangstelling en sprak men (nu ook nog) over „d' oude school".

MANNELIJKE LEERKRACHTEN IN DE ZUSTERSCHOOL

Het onderwijs bleef volledig in handen van de zusters tot na de eerste wereldoorlog.

In 1919 vertrok de toenmalige koster Alfons DESAEVER naar Tielt. Zo kwam de plaats van koster open te Doomkerke. Om de job aantrekkelijk te maken zocht men een koster-onderwijzer en het was de 21-jarige Marcel VERGOTE uit Beveren-Roeselare die op 1 april 1919 in dienst trad. Op 1 oktober 1922 verliet hij het onderwijs om pater karmeliet te worden. Hij werd opgevolgd door zijn broer Camiel, geboren in 1903. Op 14 november 1926 verliet ook hij het onderwijs en werd eveneens pater karmeliet. Nu kwam de Heer Joseph CARTON die de jongensschool gaf tot 31 december 1932. VYNCKE Jozef kwam als koster-onderwijzer naar Doomkerke op 1 oktober 1927, zo telde de zusterschool twee mannelijke leerkrachten tot 31 december 1932, datum waarop meester CARTON vertrok om onderwijzer te worden te POPERINGE. Meester VYNCKE bleef alleen als onderwijzer tot september 1946. Het was de Heer Wilfried VANDERHAEGHEN die op dit moment de tweede jongensklas onder zijn hoede kreeg.

Tijdens dezelfde periode kenden we nog de heren : Constant VANLANDSCHOOT, Oscar DECAVELE en Camille BUFFEL welke op Doomkerke een korte interim kwamen waarnemen.

HOE EVOLUEERDE DE ZUSTERSCHOOL?

De gevel van het in 1880 opgetrokken school- en kloostergebouw werd in 1952 vernieuwd. Hoewel verbouwingswerken misschien wel verantwoord waren en de klassen ruimere vensters behoefden, vormde de vroegere gevel een architectonisch geheel met in het midden de kerk, rechts de pastorij, links de school en het klooster.

De eerste burgerlijke leerkracht, Marguerite LAWAISSE, kwam op 2 september 1940 in de aangenomen gemengde bewaarschool.

Tijden veranderen en door omstandigheden gedwongen verkocht het Moederklooster het huis der zusters en de boerderij met inbegrip van gronden en gebouwen.
Deze werden gekocht door de Heer Paul DEBACKERE, op 13 januari 1967.
De laatste kostgangers van het ouderlingengesticht vertrokken naar andere en misschien moderner instellingen.

Ook de laatste boer van 't klooster, Maurits DE BUYSSER, ging in Tielt een welverdiende rust genieten (geboren te Ruiselede 15/6/1906, gestorven te Tielt 26/3/1974).
Nog tot het einde van het schooljaar 1969 kwamen de zusters dagelijks naar Doomkerke om er het onderwijs voort te zetten.


Gevel van klooster en school voor 1952.


Vernieuwde gevel van klooster en school.

Gedurende 110 jaar hadden ze met Doomkerke meegeleefd, hadden ze vader en zoon, moeder en dochter school weten lopen, hadden ze letterlijk en figuurlijk in het brandpunt van het parochiaal leven gestaan.
Helaas, een stuk geschiedenis, een stuk volksopvoeding, een stuk geloof is met hen mee verdwenen.

Ze kwamen te voet, langs modderige aardewegen. Met de auto, het vervoermiddel van de 20ste eeuw zijn ze langs verharde betonwegen even onopgemerkt gegaan.

Was dat een waardige uittocht na 110 j. onverdroten opvoedingswerk ? Hoeven niet alle geboren en getogen Doomkerkenaren een beetje te blozen ? Gaan kloosterlingen niet te gemakkelijk in de anonimiteit verloren ?

Doomkerke is de zusters van het eerste uur, die al zolang vergeten zijn en ook deze die in het moederklooster een welverdiende rust genieten of elders hun opvoedingstaak voortzetten, veel verschuldigd.

Onomwonden zouden we kunnen zeggen : Zusters, Doomkerke is trots op U. Momenteel telt de meisjesschool 4 klassen waaronder 2 bewaarklassen waarvan de gezusters Maria en Godelieve LAWAISSE titularis zijn. Mejuffer Agnes SNAUWAERT fungeert als schoolhoofd en staat in voor het 1 e, 2e en 3e leerjaar. Mevrouw DE KEYSER-CLAEYS Lutgarde, staat in voor het 4e, 5e en 6e leerjaar.

DE JONGENSSCHOOL

Op 2 september 1946 werd de jongensschool zelfstandig onder de naam Sint-Lodewijk. Voorlopig werden de klassen ondergebracht in de lokalen van het klooster en in de leefkamer van de woning van de Heer VYNCKE, die schoolhoofd werd.

De inrichtende macht was het parochiaal schoolcomité St.-Carolus.
Pastoor LELIEUR was de eerste voorzitter.

Men startte met 3 klassen, en met volgende leerkrachten : Jozef VYNCKE (7e en 8e leerjaar), Wilfried VANDERHAEGHEN (4e, 5e en 6e leerjaar), Jozef BRAET (le en 2e en 3e leerjaar).

In 1949 verliet de Heer VANDERHAEGHEN het onderwijs. Marcel BRUGGEMAN kwam in zijn plaats. Bij gebrek aan leerlingen telde de jongensschool vanaf 1950 slechts nog 2 klassen.

Op 1 september 1947 verhuisde de jongensschool naar nieuwe gebouwen, meer noordwaarts in de Brandstraat. Het complex bestond uit rechts een parochiale feestzaal en links 3 klassen. Grond en gebouwen waren een schenking van Mevrouw weduwe de ROO-JANS. De plannen waren ontworpen door architect DE WULF van Ruiselede. Aannemer was de Heer Adiel DIERICKX van Doomkerke. Typisch detail, boven de ingangsdeur van de Sint-Lodewijk jongensschool werd een arduinsteen ingemetseld met als opschrift : „Jongensschool - Sint-Louis". Op het einde van de gang langs de klassen vinden we volgende herinneringsplakket : „Deze school werd gebouwd onder het herderschap van E. Heer pastoor Louis LELIEUR, door de vrijgevigheid van de weledele Mevrouw de ROO in aandenken van haar overleden echtgenoot, de weledele Heer Armand de ROO. Deze school werd gewijd door Zijne Excellentie Mgr LAMIROY, bisschop van Brugge, op 14 september 1947."

Bij de opruststelling van schoolhoofd VYNCKE op 1 september 1964, volgde de Heer BRAET hem op in genoemde functie. Hij nam het 4e, 5e en 6e leerjaar voor zijn rekening.

De Heer Pol VANBOSSEGHEM kwam het tweemanschap aanvullen en kreeg het 1e, 2e en 3e leerjaar toegewezen.

We hebben ons de moeite getroost de namen op te zoeken van alle zusters welke in Doomkerke dienst deden.

LEERKRACHTEN

  • GELAUDE Louise
  • VANHOENACKERE Melanie
  • VERHAMME Odila
  • VANDENAVENNE Laetitia
  • DE WITTE Cesarine
  • DE DECKER Leonie
  • VANDEN DAELE Jeanette
  • MYLE Maria
  • STROBBE Maria
  • VAN CANNEYT Clara
  • VANLOKEREN Marie
  • VANDENDRIESSCHE Germaine
  • GIELIS Leontine
  • CHRIST1AENS Irma
  • LARUWEERE Barbara
  • CALLEWAERT Maria
  • PERQUY Josephine
  • HUYSENTRUYT Marie-Louise
  • DE JANS Maria
  • VERERFVEN Agnes
  • VANDENDRIESSCHE Clara
  • PROVOOST Helena
  • BONAMIE Cecile
  • DEFRUYT Maria

ZUSTERS

  • Irena
  • Julie
  • Bonifacia
  • Beata
  • Egidia
  • Dorithea
  • Georgine
  • Imelda
  • Dominika
  • Donatiana
  • Hilaria
  • Bonfilia
  • Crescentia
  • Manecta
  • Salina
  • Vincentia
  • Elisabeth
  • Angele
  • Clara
  • Rufina
  • Veronika
  • Magdalena
  • Bernard
  • Godelieve

KEUKEN

  • VERTRIÉST Augusta
  • DE KLERCK Yvonne
  • OOSTERLINCK Malvina
  • LAMBRECHT Delphina
  • DE BOEVER Sylvie
  • BOGAERT Elodia
  • TRAEN Elisa

BOERDERIJZUSTERS

  • Bernarde
  • Hadriana
  • Uguccia
  • Emilie
  • Catharina
  • Rosalie
  • Bartholomea

MANNELIJKE LEERKRACHTEN GEMENGDE MEISJESSCHOOL

  • VERGOTE Marcel
  • VERGOTE Camiel
  • CARTON Joseph
  • VYNCKE Joseph
  • VANLANDSCHOOT Constant
  • DECAVELE Oscar
  • BUFFEL Camille
  • D'HONDT Gabriël

VROUWELIJKE LEERKRACHTEN MEISJESSCHOOL

  • LAWAISSE Marguerite
  • DEVREESE Esther
  • LAWAISSE Maria
  • CREYTENS Marie-Madeleine
  • MAENHOUT Marcella
  • VANAERDE Maria
  • LAWAISSE Godelieve
  • VANDERHAEGHEN Lisette
  • Mevr. CLAEYS Lutgardis, echtg. DE KEYSER
  • SNAUWAERT Agnes
  • VANDEVOORDE Marie-Jeanne
  • LAGRAIN Rita
  • Mevr. DEPOORTERE Rita, echtg. BRUNEEL
  • VANDERHAEGHEN Rosita
  • VANBELLEGHEM Lea
  • VAN CAUWENBERGHE Christine

LEERKRACHTEN JONGENSSCHOOL

  • VYNCKE Jozef
  • VANDERHAEGHEN Wilfried
  • BRAET Jozef
  • VANBOSSEGHEM Pol
  • VANLAERE Gerard
  • BRUGGEMAN Marcel
  • VAN WALLEGHEM Gilbert
  • VERSTRAETE Marcel
  • BUYCK Valère
  • CAERELS Wilfried
  • Mevr. JACOBS Emilienne, echtg. DIERCKX
 

Zo is Doomkerke

Een historisch overzicht samen met het ontstaan en de groei van de parochie.
Auteur: Paul Mommerency
Gepubliceerd op: 1 juni 1976

  1. De geschiedenis van Doomkerke
  2. School en onderwijs
  3. Pastoor Doom bouwt een kerk op 't Haantje
  4. De kerk en bouwheer Clarysse
  5. Verdere evolutie van de parochie
  6. Uittocht naar Amerika
  7. Het rijksopvoedingsgesticht op Sint-Pietersveld
  8. Doomkerke en zijn molens
  9. Vereningsleven in Doomkerke

Terug naar vorige pagina