Doomkerke - 't haantje
Doomkerke, een officieële parochie van de gemeente Ruiselede 't haantje

Maurice de Mollenpakker

maurice_de_mollenpakker.jpgMaurice is afkomstig uit Sint-Jan. Hij was getrouwd met Agnes Bruneel. Zij hadden één zoon, Eric. Na woonachtig te zijn geweest in Wingene en Schuiferskapelle kon hij pas echt aarden in Doomkerke. Hij bleef hier zijn verdere leven wonen tot hij stierf in 2008.

De passie voor het mollenvangen begon al vroeg. Al vanaf zijn achtste levensjaar ging hij samen met  zijn nonkel uit Wingene op jacht naar de mol. Het mollenvangen was voor hem echt een manier om onder de mensen te komen. Dan was hij een gelukkig man. Hij kende iedereen en iedereen kende hem. Maurice was een echte bekende Doomkerkenaar. Mollen bleef hij vangen tot het bittere eind. Het laatste jaar van zijn leven hadden de mollen vrij spel, Maurice wilde wel maar kon niet meer.

Hoe gaat dit gebeuren nu juist in zijn werk? Naar eigen zeggen is de eerste stap kijken hoeveel molshopen er zijn. Wanneer er veel molshopen zijn moet je de hoofdwegen zoeken. Mollen komen altijd uit de oudste hopen, dus blijf niet bij de recentste kijken. Dan plaats je een klem in die hoofdwegen of molshoop. Is na twee dagen de klem dicht dan heb je prijs, de mol is gevangen. Je moet minstens twee mollen kunnen vangen, ze zijn immers nooit alleen.
In het begin werkte Maurice nog met de spade, wachten tot de mol zou beginnen graven. Op het juiste moment moest de mol bloot gegooid worden, je moest heel erg snel zijn. Later kwam dan de klem. Maurice gebruikte nooit gif, hoewel er volgens hem toch wel doeltreffende producten op de markt waren. Hij vond het te gevaarlijk voor kinderen en huisdieren. Wanneer de mol gevangen was legde hij deze bij de mensen op de vensterbank, als een kat die trots een muis op de deurmat van het baasje legt.

De meeste mollen zijn volgens onze expert te vinden in zachte grond, waar veel regenwormen wonen. Hij was vooral actief in grasvelden bij mensen thuis. Sporadisch waren mollen ook te vinden in harde grond, weides waar koeien op liepen. Mollen moeten gepakt worden en niet verjaagd. Ze verhuizen anders gewoon of komen terug.

Maurice was een gekende motard. Hij reed altijd met zijn bromfiets en zwarte jas. Zijn werkgebied was ver uitgestrekt: Ruiselede, Tielt, Kanegem, Hooglede, Staden, Wingene en Brugge. Een enkele maal moest hij zelfs naar de vrederechter van Gent, mollen pakken. Hij kon ongeveer duizend mollen per jaar vangen. Zijn topvangst was negentien mollen met tien klemmen, de kroon op zijn werk. Met dank aan Agnes en Eric.

Om Maurice te vereeuwigen heeft Godwaert (fons De Fauw) er het volgende gedicht voor geschreven.

Maurice de mollenpakker.

De mollenpakker, zo werd hij versleten, omdat er veel zijn naam niet weten.

Hij liep op 't land, op de pelouses en in de wei, hij wist al het laatste nieuws ,overal was hij bij.

Niemand vroeg: wie is die vent? Als mollenpakker was hij overal bekend.

 

Met een aftands brommerke reed hij rond, een klak op zijn hoofd en een sjaal voor zijn mond.

Een afgedragen frak tot ver onder zijn knieën, je kon hem niet schatten op een jaar of tien.

Niemand vroeg: wie is die vent? Als mollenpakker was hij overal bekend.

 

In de zomer, nog voor het hanengekraai, was hij met zijn brommerke reeds op draai.

Hij zei " 't is binst de vroegte om doen,mollen slapen niet tot de noen."

Niemand vroeg: wie is die vent? Als mollenpakker was hij overal bekend.

 

's Winters, als 't sneeuwde en vroor,toch reed hij er met zijn brommerke door.

en voorzichtig met zijn kloefen aan ,is hij tot bij de nieuwe molshoop gegaan.

Niemand vroeg: Wie is die vent? Als mollenpakker was hij overal bekend.

 

Van heinde en verre kwamen ze  om advies,'t werd deskundig gegeven door Maurice.

" als ge ergens een molshoop of mollenree vindt, ge nadert heel behoedzaam EN tegen wind,

hebt een eindeloos geduld en zeker niet spreken,als ge goed luistert, ge zult hem horen steken.

Niemand vroeg: wie is die vent? Als mollenpakker was hij overal bekend.

 

De trofeeën (mollen) dat weten we allang, die hing hij aan een draadje of lei ze op de vensterbank.

't was wel niet appetijtelijk, maar 't was een feit,die vervelende mollen waren we kwijt.

Maar iedereen kende die vent,als mollenpakker- lijk slecht geld - was hij gekend.  Godwaert 01 1988 

 

 

 

 

 

Contactpersoon: Sylvia Konior

Terug naar vorige pagina