Doomkerke - 't haantje
Doomkerke, een officieële parochie van de gemeente Ruiselede 't haantje

Lieve en Fons

fons11_400.jpgWe vonden het een unieke gelegenheid om het gouden paar eens uitvoerig in de bloemetjes te zetten. Het is trouwens een dubbele jubilee. Vijftig jaar getreouwd is goud en door dat Fons ofte Fonne 40 jaar nep pastoor is, is dat een smaragden jubilee. Laat ons zeggen pastoor dichter, een soort Guido Gezelle. Wel is waar, zijn teksten zijn niet altijd zuiver op de graat. Niet vulgair, verre van, maar sommige zijn wel doordenkertjes en zoals een kloosterzuster na een optreden opmerkte; “Wreed goed, en uw teksten hé, ahwel dat had een voorsmaakje” .
Na een mailtje verstuurd te hebben om een afspraak te maken, werden we verwelkomd in de Smisseweg 18 in Doomkerke. “Dag meneer de pastre”.  “ Allé, kom binnen, zet u  en wat gaat ge drinken ? Maar laten we liever Fons en Lieve zelf aan het woord. Een spraakwaterval zou het worden lees even mee.
IMG_4737_400.jpgIk ( Fons) werd geboren op 03 11 1937 in Doomkerke. Een oudere zuster Denise en een jongere zus Martha vervolledigden het gezin. Ik zocht dus de gulden middenweg. Mijn vrouw Lieve is de jongste van 10. Vijf jongens en vijf meisjes. Het schijnt dat haar vader een druppelteller gebruikt heeft. Van de oorlogsjaren weten we beiden niet al te veel. Allemaal van horen zeggen. Zij ging naar school in Schuiferskapelle en in Tielt. Ik liep school in Doomkerke bij de nonnen  tijdens de oorlogsjaren, waar we de klokken uit de toren zagen weghalen door de Duitsers. Daarna zat ik nog een tijdje boven het oudemannenhuis, waar we de koeien door de vermolmde plafond zagen staan. Toen de nieuwe school openging heb ik de laatste jaren bij meester Vyncke gezeten, die toen soms drie studiejaren in één klas onderbracht. En ondanks de overbevolking was er discipline. Het was door meester Vyncke dat ik heel waarschijnlijk de microbe te pakken kreeg van het acteren, want op dertien jarige leeftijd deed ik mee in een toneel; " De Wonderdoktoor".
Doordat mijn vader in Beernem bij de broeders werkte ging ik onder zachte drang naar het middelbaar in Aalter, natuurlijk bij de broeders. Daar zei de directeur dat ik geen zittend gat had en na 3 jaar begon ik ook in Beernem, wat dacht je, natuurlijk bij de broeders op de ziekenzaal als verzorger. Lieve was inmiddels afgestudeerd en hielp op de boerderij aan de beesten en op het land.
IMG_4741_400.jpgOp een trouwfeest in “ Het landbouwershuis” in Ruiselede dansten we een paar keer en maakten een afspraak voor de volgende zondag op de Breughelstoet in Wingene. Omdat er toen  nog geen GPS was hebben we elkaar na veel zoeken en rondslenteren in die grote massa  toch gevonden. Maar we moesten  met de klaren thuis zijn. Een volgend rendez-vous was gepland in Schuiferskapelle, waar zij meedeed met een dansgroep, daar was zoveel volk niet te been- en daar hebben we elkaar veel sneller gevonden. Het klikte meteen. Ik moest soldaat worden en na vier maanden Leopoldskazerne in Gent muteerde ik naar het militair hospitaal in Soest in Duitsland. Daar heb ik voor mijn kamergenoten ontelbare liefdesgedichtjes geschreven voor hun liefje. Natuurlijk vergat ik mijn Lieve niet. Na mijn soldatendienst, waar ik tevergeefs naar de gestolen fiets van mijn vader zocht, die gepakt was door een Duitser tijdens de oorlog, zijn we in op 20 01 1962 getrouwd voor de kerk. We woonden toen in Schuiferskapelle waar we een klein boerderijtje hadden. We waren varkenskwekers “avant  la lettre “ want we hadden ongeveer 90 varkens. Mijn vrouw deed de menage en de  boerderij, we hadden ook zes koeien, en ik ging verder werken in Beernem. Intussen werd onze enige zoon Patrick geboren. Na een zestal jaren hielden we  het voor bekeken en bouwden een nieuw huis en een groot ( voor die tijd ) varkenskot... Ik zei tegen iedereen: We zijn uitgeschud en hebben met de overschot een nieuw huis en een groot zwijnskot gebouwd. Kwatongen beweerden: "Zo’n kot, ge ziet dat hij in Beernem werkt". Heb ik toen  gelachen.
Maar ge weet dat ik meneer de pastre  genoemd wordt. Ik zal het eens kort uitleggen. fons10_400.jpgHebt ge nog een paar uurtjes ? Toen de wielerclub steeds maar grotere vooruitgang boekte in Ruiselede werd ik gevraagd om in  het bestuur te gaan. Niet zozeer om deskundige uitleg en wetenswaardigheden, maar veel meer  omdat ze wisten dat als ik er was, enkele moppen zouden verteld worden. En zo geschiedde. Nogal gauw werd ik proost van de wielerclub. Iets dat zeer gesmaakt werd. Geen enkele bond of vereniging werd gesticht of er was een proost. Dus waarom niet bij de club? Ik was ook Kerstman, prins carnaval, St.Niklaas en op ieder feest zeker moppentapper. Enige tijd later moest gans de familie naar een trouwfeest en ik vroeg aan mijn schoonbroer Daniel Snauwaert of hij wilde mijn koster zijn. We zouden eens paster spelen. Spielerei. Die was er wel voor te vinden om eens de clown uit te hangen, maar ik moest voor de teksten zorgen. Dat was geen probleem. Ik zorgde voor al de luimige teksten maakte zelfs een gelegenheidsgedicht voor de jubilarissen of verjaardagen en hop we waren weg. Dat viel in zulke goede aarde dat we links en rechts gevraagd werden om het feest met onze komische act op te luisteren. Meer en meer werd ik gevraagd om met mijn koster in West- en Oost-Vlaanderen en zelfs in Zeeland op te treden. Honderden gedichten ( rijmelarij ) maakte ik, acrostichons, moppen op rijm... Het laatste en misschien wel het meest markante was “ode aan Pastoor Haeck “ toen hij op pensioen ging. Ik weet niet wie het publiceerde in Kerk en Leven maar er stond er wel bij  "Cum Laude".
Een paar keer hebben we met enkele buren zelfs een doopplechtigheid opgevoerd. Jammer dat er geen video-opname is zegt de trotse vader. Enkele jaren terug won ik de moppentapperwedstrijd en dat heeft mij geen windeieren gelegd, want in een korte tijdspanne werd ik zeker een tiental keren gevraagd om te vertellen. Maar teveel is te veel. Trop is teveel  zou Vandenboeynans gezegd hebben.
Ik die dacht en beweerde, dat als ik op pensioen zou gaan tijd zou over hebben. Maar zo leerden de ketters en ze dwaalden. Zo ook ik. Ons dagen zijn  goed gevuld. Patrick trouwde met Maddy Demeulemeester, die trouwens ook part time in Beernem werkt in de EEG (Electro encefalogram ) hoofdonderzoeken en samen een garage uitbaten. Terwijl ik stukken haal en autokeuringen doe, zorgt mijn vrouw daar voor het menage. In haar vrije tijd zit ze steeds in den hof. Wie aan ons deur in de Smisseweg passeert ziet dat mijn vrouw groene vingers heeft, alles is sober doch heel netjes onderhouden. Een pareltje.  Vroeger toen hun kinderen, Leen en Wouter nog klein waren, was er nog meer sleur en slenter. Aan de autokeuring moet is soms veel tijd en vooral geduld hebben. Veel tijd om te wachten en dan schrijf ik gedichten of teksten voor ons optreden.
Als uitsmijter vertelde Fons ons nog een tiental moppen, we dankten Lieve voor haar gul onthaal. Lachend startten we onze wagen.

Etienne Lanssens

Terug naar vorige pagina