Doomkerke - 't haantje
Doomkerke, een officieële parochie van de gemeente Ruiselede 't haantje

Liber Memoralis (1)

Dank zij E.W.H Andre Haeck hadden we de mogelijkheid de kerkelijke geschiedenis van ons Doomkerke in te kijken en kregen we ook de toelating om het via Doomkerke.be deze aan het brede publiek kenbaar te maken.
Het is de bedoeling op geregelde tijdstippen op Doomkerke.be stukjes uit de “Liber Memoralis” te publiceren die uit  twee boekdelen bestaat, de periode 1867- 1978  en het ander 1979-1990.
Waar mogelijk zullen we proberen de teksten te illustreren met  foto’s we doen het mogelijke en suggesties en oude foto’s zijn steeds welkom.
Een bijzonder woord van dank aan Carine Ramon die alles digitaliseerde en archiveerde en het alzo gebruiksvriendelijk maakte voor Doomkerke.be.
Het inleidende gedeelte is oorspronkelijk in het  latijn is vertaald door E.W.H. Andre Haeck hij heeft zoveel mogelijk de Latijnse zinsbouw gerespecteerd zodat de vertaling wel houterig overkomt maar dat toch de inhoud correct blijft.

Etienne

 

Oorsprong van de Sint-Caroluskerk te Doomkerke

pagina 2

 

1864 : E.H. Carolus Doom, die 25 jaar pastoor in Ruiselede was, bouwde een pastorij op de grond (in de volksmond het Haantje genoemd) geschonken door de familie Gilliodts-Dewitte uit Brugge.

1864 – 1871 : E.H. Doom bouwde op dezelfde plaats een kerk, waarvan hij wilde dat ze naar hem zou genoemd worden.

1871 : In de maand oktober gaf E.H. Doom aan de Kerkfabriek van Ruiselede de kerk en de pastorij, die op voorgenoemde grond gebouwd waren, in eigendom.

1876 : Op 30 maart werd de kerk onder de titel Sint-Carolus Borromeus als hulpkerk opgericht door Monseigneur Faiet, Bisschop van Brugge. E.H. Doom werd pastoor benoemd en ging in de door hem gebouwde pastorij wonen, met zijn zuster Lucia, een bekende weldoenster van de nieuwe kerk.

Weldra werd hem een onderpastoor gegeven, E.H. Franciscus Bayart. Van dan af werd de wijk het Haantje ook Doomkerke genoemd (een naam die niet door een of andere overheid werd gegeven maar door het volk zelf).

1880 : E.H. Doom werd ontslagnemend en woonde te Kortrijk in het gesticht Sint-Carolus waar hij op 28 maart 1884 overleed.

1881 : 24 maart werd de kerk door Monseigneur Faiet ingewijd onder de E.H. Franciscus Bayart, die daar reeds van 1880 pastoor was.

 

 

Ave Maria + Deo Gratias

 

Het jaar Onzes Heren 1901

 

Gedenkboek van de Sint-Carolus Borromeuskerk te Doomkerke, hulpkerk van de O.L.V. Maagd van Ruiselede, kerk die op de gratis geschonken grond van de familie Gilliodts-Dewitte uit Brugge door E.H. Doom met eigen middelen van de fundamenten tot de laatste steen werd gebouwd.

Hij was vroeger 25 jaar lang pastoor te Ruiselede O.L.V. Maagd en was helemaal niet rustend maar een sterk gedreven bedienaar van zijn kerk die door hem gebouwd en opgericht werd en begiftigd met vele spontane verschillende giften door zijn zuster Lucia en een tante van moederszijde Eugenie De Neckere. Giften waarmee de kerk opgesmukt werd zoals ze nu te zien is. Zo schreef zomaar uit het hoofd E.H. Brusen in het 1872.

 

 

 

Oprichting van de hulpkerk Sint-Carolus te Doomkerke door Johannes Josephus Faiet, door de Goddelijke barmhartigheid en de genade van de Heilige Stoel Bisschop van Brugge.

 

Van de huisprelaat van zijne Heiligheid enige assistent van de Bisschop.

 

Aan allen in het bijzonder en in het algemeen die deze oorkonde lezen heil en zegen van God.

Daar het aantal gelovigen die in ons bisdom inwoners van Ruiselede zijn, toeneemt, en de parochiale werken van één parochie nauwelijks optimaal kunnen bestuurd worden, gezien ook de uitgestrektheid van het territorium hebben wij besloten dit territorium te verdelen en 2 parochies op te richten.

Na rijp beraad en na het horen van diegenen die het aanbelangt en alle regels van rechtswege in acht nemend richten wij de geannexeerde kapel onder de titel H. Carolus op de wijk het Haantje gelegen binnen de grenzen van de parochie Ruiselede gesticht door E. H. Carolus Doom, die toen pastoor was van de voorgenoemde parochie door hem gebouwd en daarom naar hem genoemd als hulpparochie bij deze op. En wier grenzen wij vastleggen volgens het regionaal decreet van 30 maart 1870 in het Staatsblad nummer 97 op 3 april als volgt.

 

 

Inwijding van de Sint-Caroluskerk te Doomkerke

pagina3.jpg

Het jaar Onzes Heren 1881 24 mei

 

Huisprelaat van zijne Heiligheid en Bisschop assistent

 

Hiermede maken we bekend en verzekeren op 24 mei 1881 in Doomkerke, binnen de grenzen van de gemeenschap van Ruiselede in het decanaat Tielt van ons bisdom te hebben ingewijd, volgens de riten van het Romeins rituale de parochiekerk en het hoofdaltaar ter ere van de almachtige God en de glorierijke Maagd Maria en alle heiligen en met name tot gedachtenis aan de Heilige Carolus Borromeus Bisschop en de relikwieën  in het altaar ingesloten van de heilige martelaren Foustus en Felicianus. Wij geven aan de gelovigen gedurende een jaar op de echte verjaardag de kerk bezoekend 40 dagen volwaardige aflaat volgens de voorschriften van de kerk. Gegeven te Brugge in ons bisschoppelijk paleis voorzien van onze zegel door de schoonschrift secretaris op 25 mei 1881.

In opdracht van de genoemde bisschop van Brugge

P. Nolf kannunik secretaris

  

Oprichting van de hulpkerk Sint-Carolus te Doomkerke

Johannes Josephus Faiet, door de Goddelijke barmhartigheid en de genade van de Heilige Stoel Bisschop van Brugge.

 

Van zijne Heiligheid de huisprelaat en de enig bisschoppelijke secretaris aan allen en enkelingen die van deze aanwezige brieven kennis nemen heil en zegen van God.

 

Daar verschillende jaren door het octaaf van Carolus Borromeus patroonheilige van de hulpkerk te Doomkerke het feest van de Heilige Martinus Bisschop en Beleider verschoven moest worden duiden wij bij deze de dag van 16 november als vastgestelde datum van Sint- Martinus aan voor deze kerk.

Brugge 20 mei 1891

Getekend P. Debrabandere, algemeen secretaris

Terug naar vorige pagina