Veldkapellestraat
Korte, doodlopende straat vertrekkend van de Predikherenstraat op grondgebied Wingene en verder gezet als landweg richting het ZG Disveld (zie Brandstraat) op Doomkerke. De naam Verwijst naar de veldkapel, een Koorts gewijd aan O.-L.-Vrouw, (in 1759 is sprake van een boomkapel). Deze ligt net over de grens op grondgebied Wingene (zie Wingene, Vagevuurstraat), aan de rand van de begraafplaats van het Rijksopvoedingsgesticht Op het Sint-Pietersveld (zie Bruggesteenweg). De kapel bevindt zich op het kruispunt van de wegen naar Ruiselede, Beernem, Wingene en Maria-Aalter, Wegens de verbreding van de Maria-Aalterstraat in 1962 Werd de voordeur (nu achterzijde) van de kapel dichtgemetseld en in de Huidige voorzijde (Toen achterkant ) aangebracht.
Tussen de Veldkapellestraat EN DE Lammersdam (zie Wingene) ligt de ZG "Schobbejakshoogte", een afgegraven op de hoogte ZG "Uitkant", de Uiterste noordwesthoek van Ruiselede. Op de "Schobbejakshoogte" stond de galg van de Heerlijkheid Sint-Pieters-Schalklede. "Scalclethe" wordt reeds vermeld in het "Liber Traditionum" (1042) van abt Wichard, waarin Hij het bezit van de Sint Pietersabdij beschrijft. en zou in Ruiselede de oudst bekende naam zijn. In het Renteboek van de heerlijkheid Sint-Pieters-Schalklede is de straat aangeduid als "sant Straete". Op de Ferrariskaart (1770-1778) staat de wijde omgeving hier nog aangeduid als onontgonnen veldgebied, aansluitend bij het nabijgelegen Bulskampveld (zie Beernem). Indertijd bevond zich hier nabij, op grondgebied Wingene, een Gehucht ZG Schobbejakshoogte. Dit wordt vermeld in de Atlas der Buurtwegen (1842) waar De huidige Lammersdam (zie Wingene) wordt beschreven als "Chemin du hameau Schobejakshoogte sur Wyngene au Cabaret Het Kruiske par la Chapelle dite Veldkapelleken" van "Veld Kapellekens Straet" en "Hoeke Straet. Nagenoeg geen bewoning. De Veldkapellestraat * Ligt in het Sint-Pietersveld (cf. Sint-Pietersveldstraat en Bruggesteenweg nr. 128-134), bij MB van 24/06/2002 beschermd als landschap.
De galg van de Heerlijkheid Sint -Pieters-Schalklede, 1686.
Het weer
Snelgids
· Contacteer Sint Caroluskerk
· Zo is Doomkerke
· Doomkerke in een notendop
· Dorpslied
· Kamphuislied
· KFC Doomkerke lied
· Uw (handels)zaak toevoegen
· Zoek in deze site
Moppen van Fonne
De Viool
Ontleedkundige ontwikkeling betreffende de functies en bouw van de viool.
Thesis voorgedragen door een laureaat aan het conservatorium.
De viool en de violoncel zijn als de meeste muziekinstrumenten van het vrouwelijk geslacht. Beide zijn van bevallige lichaamsbouw. Voor en achter min of meer gewelfd. Zij bestaan uit een boven en ondergedeelte en in het midden bevinden zich ook de zaagbalken .Aldaar treft men ook 2 naast elkaar liggende gaten aan, waaruit de toon komt. Onderaan zit een knopje, waaraan de darmsnaren vast zitten. Het bovengedeelte bestaat uit de hals, alwaar zich de greep of toets bevindt. De hals loopt uit in de knop, waar men de snaren opdraait, alvorens men begint te spelen, teneinde in stemming te komen. In het midden van het lichaam van de viool bevindt zich een verhevenheid, heuvel genaamd. Het is ook daar dat men moet strijken, dat wil zeggen de strijkstok gebruiken.
De strijkstok is een veerkrachtige stang, voorzien van haar. Het bovenste gedeelte noemt men de punt en het onderste de sloef. Wanneer men de strijkstok gebruikt moet hij in gespannen toestand zijn, anders komt er niets uit, terwijl men hem tevens zachtjes moet inwrijven om hem te doen glijden. Na gebruik wordt hij ontspannen teneinde verslapping te voorkomen.
De violoncel wordt rechtstaande tussen de benen gespeeld. De viool daarentegen, wordt in horizontale ligging gebruikt .Om nu te spelen grijpt men met de rechterhand de hals van het instrument. De arm onder het lichaam en men bespeelt het met uiterst veel gevoel. De strijkstok nu neemt men in de rechterhand, men zet hem aan, dichtbij de heuvel, daar waar beide gaten zijn. Door gevoelige stoten en terugtrekken van de strijkstok verkrijgt men een onverwachte en verheven muziek die u doet huiveren van genot. Men kan zacht of hevig spelen, slepend of springend, staccato of alle andere fantasie. Bij uitzonderlijke passages, hoeft men de strijkstok niet te gebruiken, men speelt dan slechts met de wijsvinger, pizzicato, hetgeen met de middenvinger nog meer genot verschaft. Men kan ook met de linkerhand spelen in pizzicato. Wanneer men echter al te vurig speelt, vallen er soms wel haren uit de strijkstok, maar dit doet niets ter zaken, aan gezien de strijkstok met voldoende haren bezet is.
Oude instrumenten bespelen is niet zo gemakkelijk. Zij zijn hard van toon. Nieuwe daarentegen zijn warm van muziek, en zuiver van melodie, alhoewel zij voor het eerst wat moeten afgespeeld worden. Wanneer men gedaan heeft met spelen, doet men het instrument dicht en vaagt de strijkstok met een zacht lapje af. Goede zorgen en regelmatige bespeling is het lang leven van het instrument .
Wie mint er het vioolspel niet? Heel de wereld door wordt er met het instrument gespeeld tot vreugde van alle minnaars van de viool.
De muziek is de taal van alle volkeren.