Kerk Doomkerke
De idee voor het oprichten van een nieuwe parochie op Ruiselede bestaat al in 1786, landmeter G.D. Meulenaere tekent dan een plan met een kerk gesitueerd aan de Bruggesteenweg tegenover de huidige Vorte Bossen. Het project wordt aan de vooravond van de Franse Revolutie opgedoekt.In 1859 richt Carolus Doom, pastoor te Ruiselede sinds 1842, op de wijk 't Haantje (te situeren in de noordwesthoek van Ruiselede, aan het kruispunt met de Hamer- en de Haantjesstraat) een school op. Het toenemende succes van deze school ligt mee aan de basis van de groei van de leefgemeenschap.
Pastoor Doom acht het dan ook noodzakelijk om hier een hulpkerk te bouwen. Tegelijkertijd wordt links van de kerk een nieuw schoolgebouw met klooster (cf. nrs. 24-26) en rechts van de kerk een pastorie (cf. nr. 22) voorzien. De Brugse familie Gilliodts, grootgrondbezitter in Doomkerke, schenkt de gronden en bekostigt de bouwstenen. De bakstenen worden gemaakt uit klei die Inventaris Bouwkundig Erfgoed – Ruiselede wordt gewonnen op het terrein achter de hoeve (cf. nr. 16), nog herkenbaar aan de lager gelegen, natte weide. Op het veld bevond zich een buitenoven die actief was tussen 1864 en 1903. De stenen worden ook gebruikt voor het bouwen van de nieuwe huizen die rond de aanvankelijk alleenstaande kerk stilaan een woonkern vormen.
De plannen voor de kerk dateren van 1864, de eerste steenlegginggebeurt begin 1865. In het hoogkoor links hangt een steen met opschrift "DOM AC SANCTO CAROLO HANC ECCLESIAM EREXIT REVERENDUS DOMINUS CAROLUS DOOM, POSTOR IN RUISELEDE, ET HUNC LAPIDEM PRIMARIUM POSUIT ANNO DOMINI MDCCCLXV". Wanneer pastoor Doom op 4 november 1865 de eerste mis opdraagt is de kerk nog in ruwbouw. Begin 1868 verlaat pastoor Doom de O.-L.-Vrouweparochie en vestigt zich hier op de wijk. De buurt krijgt algauw de naam Doomkerke.In eerste instantie is de gemeente Ruiselede niet gewonnen voor het inrichten van een tweede parochie en de bijhorende afbakening van de parochiegrenzen maar moet onder druk toch toestemmen. In 1872 laat Doom een schenkingsakte opmaken waarbij hij kerk, pastorie en bijhorende gronden aan de gemeente Ruiselede schenkt. In mei 1874 inwijding door bisschop Jan-Joseph Faict. Kort na het bezoek van de bisschop maakt een bezoeker volgende beschrijving:"De nieuwe kerk staet op eene welgekozene plaets die haer altyd vryzal houden en haer een volle zicht laten. Zonder bouwkundige te zyn, ziet men ligtelyk dat al hare onderdeelen met malkanderen in goed verband staen en een keurig geheel uitmaken. Hooge verheft zy haredaken, in de lucht als 't ware hangt haer lieve torenspits; de ingang is grootsch en aen dien eener monumentale kerk uit de steden gelyk. En van binnen, wat oprecht prachtige bouwtrant, wat grootsche versieringen!
Rank en stout schieten de pylers naer boven en ondersteunen het hooge gewelf; door keurige en groote ramen zeer verheven in de muren tusschen de schilderingen en de versiersels van gekleurde glazen, komt een statig licht naer beneden gedaeld".Onder druk van de provincie en het bisdom gaat Ruiselede dan toch akkoord met de oprichting van de parochie en wordt de kerk als hulpkerk herkend. Op 30 maart 1876 wordt de wijk 't Haantje, nu officieel Doomkerke, de tweede parochie van Ruiselede. De afbakening volgt grosso modo de grens met Maria-Aalter in Oost-Vlaanderen, de Wantebeek, Gallatasstraat, Wingenesteenweg in het zuiden, en in het westen de grens met Wingene. De eerste parochiepriester is pastoor Doom die in 1880 opgevolgd wordt door Francis Bayart.
Ondertussen wordt aan de kerk verder gewerkt. De inrichting, hoofdzakelijk gefinancierd door particulieren (o.m. de zusters van pastoor Doom, Lucia en Amelia Doom) van het volledige neogotische interieur met intacte meubilering en polychromie duurt tot ca. 1882. Tussen 1931 en 1935 worden meerdere restauratiewerken, waaronder die van de bedakingen, onder toezicht van architect Allaert uitgevoerd. Op 30 augustus 1947 wordt op het grondgebied van Doomkerke de nieuwe parochie Kruiskerke gesticht, ten oosten van de Bruggesteenweg. Enkele ontwerpen voor de herstelling van toren (1967) en torenspits (1974) worden niet uitgevoerd. Restauratiecampagne tussen 1979 en 1985 van kerkgevels en daken, eerst o.l.v. architect Joseph Dewulf (Ruiselede) vanaf 1985 opgevolgd door architectenbureau Groep Planning (Brugge). Uitvoering van de werken door bvba Seynhaeve uit Hooglede. In 1987 maakt Groep Planning een restauratiedossier voor de roosvensters. Het project wordt niet uitgevoerd. In 1989(?) moet dan toch het roosvenster in het zuidtransept dringend worden vervangen. Uiteindelijk gaat de restauratie van de roosvensters van schip en noordtransept door in 1996-1997. De firma Denys uit Wondelgem voert de werken uit. 2002: vooronderzoek muurschilderingen aanbesteed voorjaar 2004, ontworpen door Planning en uitgevoerd door cvba Profiel in 2004. 2008-2009: voorzien van de restauratie van technische uitrustingen, restauratie glas-in-loodramen van zijbeuken, orgelgalerij en koor, en gedetailleerde, neogotische binnenbeschildering. Ontworpen door architectenbureau Groep Planning (Brugge).
Dit zijn beelden van de laatste restauratie:
Beelden ons ter beschikking gesteld door EWH Haeck
Het weer
Snelgids
· Contacteer Sint Caroluskerk
· Zo is Doomkerke
· Doomkerke in een notendop
· Dorpslied
· Kamphuislied
· KFC Doomkerke lied
· Uw (handels)zaak toevoegen
· Zoek in deze site
Moppen van Fonne
De schouw van Sinterklaas!!
Ceriel werkte in ploeg, maar deed de nacht,
slechts eenmalig, een geval van overmacht.
Zijn vrouwtje Claudien lag alleen in bed
en had de thermostaat een graadje hoger gezet.
Ze was onrustig en al geeuwen en al gapen
schopte ze ’t donsdeken weg, ze kon niet slapen.
Daar lag ze nu half naakt, de koelte viel op haar,
en na een tijdje sliep ze in, ze ademde zwaar.
Door de schouw kwamen St. Niklaas en zwarte Piet,
maar vonden de kamer van het slapend kindje niet.
St.Niklaas keek rond en onachtzaam opende hij een deur,
Daar halfnaakt , lag Claudien, St.Niklaas, die kreeg een kleur…………….
Hij dacht , neem ik haar, als heilige man verlies ik mijn eer:
doe ik het niet, dan kan ik door de schouw niet meer. Godwaert