Kasteel De Roo
Op het primitief kadasterplan (ca. 1830) is op het z.g. Disveld al bebouwing te zien bestaande uit een hoeve met ten zuiden ervan een landgebouw en een ovenhuis. Volgens de mutatiestaat van 1865 is de Brugse familie De Roo, toenmalige grootgrondbezitters in Doomkerke, eigenaar van het domein. Tegen het bestaande boerenhuis wordt een landgebouw als buitenverblijf opgetrokken en het geheel in twee entiteiten (hoeve en landhuis) verdeeld. Het oostelijke deel wordt ca. 1867 volledig herbouwd tot een klein kasteel met twee hoektorens en ten zuiden ervan een koetshuis bijgebouwd. (Dat de hoektorens, cf. de literatuur, van 1920 zouden dateren klopt niet met de kadastertekening van 1867 waar de torens duidelijk al staan aangeduid). Opgetrokken in roodbruine baksteen, uit lokaal gewonnen klei, gebakken in een buitenoven gelegen achter de kerk. Op het neerhof wordt de boerenwoning aan de westkant uitgebreid met een bijgebouw.Ca. 1872 worden herenwoning en hoeve verenigd en ca. 1883 opnieuw opgesplitst. Dan ook wordt het boerenhuis nog uitgebreid en een "waschhuis" opgetrokken ten zuiden van het herenhuis. Ca. 1891 volgt opnieuw een scheiding van beide woningen en verbindt een serre het "waschhuis" (nu vermeld als huis) met het kasteel. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verblijf van Duitse soldaten. Uiteindelijk worden erf en kasteeldomein ca. 1931 definitief gesplitst cf. huidig.
Het weer
Snelgids
· Contacteer Sint Caroluskerk
· Zo is Doomkerke
· Doomkerke in een notendop
· Dorpslied
· Kamphuislied
· KFC Doomkerke lied
· Uw (handels)zaak toevoegen
· Zoek in deze site
Moppen van Fonne
Gelukkig was het maar dat!!
Gerard was vooraan de veertig en liever lui dan moe,
hij zat op den dop en de ziekenbond zo af en toe.
Eerst was ’t zijn hoofd en nu zijn nek al een hele pauze
hij klaagde van zijn knieën, de dokter zei:" artrose."
Telkens als hij opgeroepen werd door de adviseur
kloeg hij over een ander niet op te sporen malheur.
Hij kreeg uitstel van werken,bij ieder dokters bezoek,
van blijdschap dronk hij een pintje bij Linda op de hoek.
Er werden foto’s genomen van de zere plekken
en twee dagen na een moest hij zijn bloed laten trekken,
de uitslag verbaasde hem uitermate op een keer:
Want hij werd uitgenodigd bij de hooggeleerde heer.
De wachtkamer zat reeds vol, de eersten wachten al lang,
sporadisch kwam er een gedempt en kort gesprek op gang:
“ nu nog moeten werken, “ ’t was schandelijk overdreven
“ ze hebben geen respect voor zeer en voor ons leven.
Gerard knikte en was het volledig eens met wat men zei,
plotseling ging de bel en Gerard zei: “ ’t is nu aan mij”
Nauwelijks was hij gezeten, hij was toch zo curieus.
Toen zei de dokter : ” ‘k moet u iets zeggen en ’t is serieus.”
Gerard schrok even, hij slikte en krapte in zijn haar
“ ‘ k ben op alles voorbereid, allé toe, vertel het maar”
“ Na het 1ste bloedonderzoek dan dachten we het reeds
en nu na het tweede zijn we heel zeker: ge hebt aids”.!
De dokter gaf een deskundige uitleg aan Gerard,
maar die luisterde niet meer naar al die commentaar.
Bij Gerard was er geen ontgoocheling te bemerken
hij zei opgelucht: “ ‘k dacht al dat ik weer moest gaan werken “ !!.
Godwaert