Bosdreef
Korte straat met enkele bochten van 90° tussen de Maria-Aalterstraat en de Planterijstraat engedeeltelijk de grens met Aalter en Oost-Vlaanderen vormend. Maakt op de Atlas der Buurtwegen (1842) deel uit van de "Chemin du hameau Aeltres Hoeksken par le Cabaret het Kruiske à l'endroit dit Mispelaren Dyk" of "St Pieters Veld Straet". Huidige naam gegeven in de 20ste eeuw. Schaarse, landelijke bebouwing afgewisseld met bospartijen. De straat ligt in het laat ontgonnen veldgebied van Ruiselede, meer bepaald het noordelijke gedeelte van het "parochieveld" of "Ruiseleeds Veld" (cf. Parochieveldstraat). Tussen ca. 1850(Vandermaelenkaart) en 1862 (kaart van het Militair Cartografisch Instituut) wordt het z.g. "parochieveld" in de omgeving van de Bosdreef in cultuur gebracht. De bebouwing dateert dan ook ten vroegste uit deze periode, cf. nrs. 1 en 2. Deze lage, bruine baksteenbouw onder zadeldak is typisch voor de huizen uit deze ontginningsperiode. Verder voornamelijk recente bebouwing uit de tweede helft van de 20ste eeuw.
Het weer
Snelgids
· Contacteer Sint Caroluskerk
· Zo is Doomkerke
· Doomkerke in een notendop
· Dorpslied
· Kamphuislied
· KFC Doomkerke lied
· Uw (handels)zaak toevoegen
· Zoek in deze site
Moppen van Fonne
De heilige drievuldigheid op vakantie
Sint Jozef als chef van’t menage
plande een heuse voyage.
Hij begon met veel courage
aan ’t verzamelen van de bagage.
Met een ganse rit voor de boeg,
vertrokken ze ’s morgens al heel vroeg,
geen van de drie die ’t zich bekloeg,
op aarde was er wel pret genoeg.
Om de spanning nog te doen stijgen
werd het een ansgstig zwijgen.
Want ieder plande voor zijn eigen
d’ander wist niet wat hij te zien zou krijgen.
’t Was Jezus nog ergens bijgebleven
dat hij in ‘t eerste van zijn leven,
op ’t meer van Gallilea of dat er neven
d’ apostelen heel veel vis had gegeven.
Hij wilde zien of er na al die jaren,
waar ze met de apostelen samen waren
en waar hij de stormen deed bedaren
of ze dit al konden evenaren.
St Jozef de nederige timmerman
die was nog altijd in de ban
van zijn werkwinkel ,daar hield hij van
en of men door ging op zijn elan.
Of men nog dezelfde “seppen” had,
of men soms ook wel de maten eens vergat
en of men ’s avonds moe en afgemat,
met ’t vrouwtje gezellig naast de stove zat.
Tot nu toe had O.L Vrouw steeds gezwegen,
ze had in feite nog geen kans gekregen.
En toen ’t Kind Jezus vroeg” en onze moe
hewel, waar gaat onze moe naar toe?”
Toen zei moeder Maria, “voor mij wordt het een groot feest:
‘k wil naar Lourdes, ‘k ben daar nog nooit geweest.”!!!
Godwaert 94