Brandstraat nr. 13
Brandstraat nr. 13. Achterin gelegen en dwars op de straat georiënteerde boerenarbeiderswoning met geïncorporeerde schuur en aangebouwde stalling. Op de Ferrariskaart (1770-1778) staat hier bebouwing afgebeeld. Volgens kadastergegevens ca. 1840 gedeeltelijk herbouwd en verdeeld in twee woningen die ca. 1928 worden samengevoegd. De aanbouw aan de westkant dateert van ca. 1977. Verankerde, witbeschilderde baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen). Rechthoekige muuropeningen, beluikte vensters. Leegstaande en verwaarloosde toestand.
Met dank aan: |
Van Vlaenderen P. & Vranckx M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, (onuitgegeven werkdocumenten). |
Auteurs : Patricia Van Vlaenderen, erfgoedconsulent, Afdeling R-O West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed Martien Vranckx, bouwhistorica |
De inventaris is een dynamisch document. De meest recente gegevens en fotomateriaal vind u op http://inventaris.vioe.be. |
Het weer
Snelgids
· Contacteer Sint Caroluskerk
· Zo is Doomkerke
· Doomkerke in een notendop
· Dorpslied
· Kamphuislied
· KFC Doomkerke lied
· Uw (handels)zaak toevoegen
· Zoek in deze site
Moppen van Fonne
De appelpitjes !
De appelpitjes
Maurits was boer, een gepatenteerde dommekloot,
dat dachten de buren, maar ze dwaalden.
Hij bracht samen met zijn vrouw, negen kinderen groot,
iedereen vroeg zich af ,waar ze het haalden.
Hij woonde op zijn eigen erf, groots en uitgestrekt,
met veel land en beesten allerhande.
Hij leefde er zorgeloos en was steeds opgewekt,
of ‘t nu regende of de zon die brandde.
Hij liep niet lang naar school, amper tot zijn veertiende,
maar zaken doen, ja, dat was zijn leven.
Vriend en vijand zagen dat hij ze goed verdiende,
ondanks zijn rijkdom ging hij niet zweven.
De laatste jaren echter reisde hij nogal veel,
en hij genoot van ieder reclamestunt.
Trein-tram-busdag, was een formidabel onderdeel
en ieder aanbod, ook daaruit sloeg hij munt.
Tijdens de vakantie zat hij weer in ‘treincoupe,
met juist voor hem een man die Hollands sprak
Maurits knabbelde, hij had weer appelpitjes mee
en diepte ze een voor een uit zijn zak.
“Wat bent u toch aan ‘t eten” vroeg plots zijn reisgenoot
“ zo in en uit uw zak, zo naar uw mond”?
“ Ach ja “ zei Maurits,” 't zijn pitjes ,amper een graantje groot.
“ ’t Smaakt lekker”, en ’t is bovendien gezond”
“t Brengt ook nog inzicht bij, in ’t doen en ’t laten,
’t geheugen wordt daarmee nog eens opgefrist.
’t Brengt klaarheid, vastberadenheid alles kan baten,
’t werd geprezen als men ‘ t nut ervan wist.
De kaaskop zat daar als van ’t hand Gods geslagen " zo’n middel is bij ons nog niet gekend”.
“ Meneer” vroeg hij “ hoeveel eet gij er alle dagen
ik heb nooit iets vernomen daaromtrent.”
“ Laat mij eens eentje proeven,g’ hebt er toch bij hopen
‘k kan resultaat misschien wel seffens zien.”
“ Nee niet proeven,“ zei Maurits, “ k wil er wel verkopen
‘k vraag slecht 5 euro voor een stuk of tien.”
De koop was gauw gesloten, en Maurits die telde
“ zes, acht, tien, voilà ge kunt beginnen.
De Hollander at en at, en Maurits vertelde
“ ook drempelvrees zult ge overwinnen.”
“ t Is lekker inderdaad”, en zei met grote ogen,
“k kocht beter appelen”, zei hij precies,
“ah, ge weet het, ge ziet het, ik heb u niet bedrogen:
“Inzicht hebt ge, het werkt al” zei Maurits.
Godwaert 19 03 01
“