Oude Veldstraat nr. 8
Oude Veldstraat nr. 8. Boerenarbeiderswoning met (later toegevoegde)geïncorporeerdestalling. Staat afgebeeld op het primitief kadasterplan (ca. 1830). De andere gebouwen dateren volgens kadastergegevens van 1945, 1950 en 1964. Woonhuis gelegen ten noorden van het begraasde erf. Verankerde, witbeschilderde en witbepleisterde (imitatievoegen) baksteen onder zadeldak (mechanische en Vlaamse pannen). Rechthoekige muuropeningen, beluikte vensters. Het erf is van de straat afgescheiden door een gemengde haag van meidoorn en hulst.
Met dank aan: |
Van Vlaenderen P. & Vranckx M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, (onuitgegeven werkdocumenten). |
Auteurs : Patricia Van Vlaenderen, erfgoedconsulent, Afdeling R-O West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed Martien Vranckx, bouwhistorica |
De inventaris is een dynamisch document. De meest recente gegevens en fotomateriaal vind u op http://inventaris.vioe.be. |
Het weer
Snelgids
· Contacteer Sint Caroluskerk
· Zo is Doomkerke
· Doomkerke in een notendop
· Dorpslied
· Kamphuislied
· KFC Doomkerke lied
· Uw (handels)zaak toevoegen
· Zoek in deze site
Moppen van Fonne
De koei-marchant !
Bink Vaneste, had in ’t begin dat hij begon,
geen super de luxe beesten camion
en de dieren dat hij kocht bij de boeren
moest hij met een camionette naar de markten voeren.
Eenmaal in de week of soms meer, reed Bink,
met het pruttelende sputterende ding,
met twee beesten of zelfs met drie was hij content
zo reed Bink naar de vroege markt in Gent.
Soms van voor vijf uur was hij ter plekke
en had nog tijd genoeg om zich eens uit te rekken,
dan wandelde hij op het marktplein rond .
en zocht of hij geen vroege babbelaar(ster ) vond.
Op een morgen, ’t was nog half donker of half klaar
ziet hij iemand vegen op het trottoir.
Voilà denk Bink,dat is daar iets voor mij
een babbeltje slaan, zo gaat de tijd heel vlug voorbij.
Al naderen zag hij zenuwachtig gedoe
en met versnelde pas gaat hij er naartoe.
’t Vrouwtje maar vegen op haar sloefen en in peignoir
met een borstel zo dun en kort van haar.
’t Was amper schier het plankje dat nog restte
en met een ingehouden lach zei Bink Vanneste:
“’ t Staat bijna geen haar meer op zo te zien”
“sorry” zei ’t vrouwtje ,” hangt mijn peignoir weer open misschien”?
Godwaert