Bruggesteenweg nr. 128
Beschrijving.
Penitentiair Landbouwcentrum (Bruggesteenweg nr. 128) 19de-eeuws hoevecomplex aan de straatzijde afgesloten door ijzerenhekken. Gaaf bewaard geheel enerzijds getypeerd door een strakke en overzichtelijke opstelling van de gebouwen en anderzijds door een verzorgde baksteenarchitectuur gekenmerkt door rechthoekige, ronden spitsbogige geprofileerde nissen en/ of omlijstingen, aflijnende tandlijsten. Symmetrisch opgebouwd complex met centrale oost-west-as vanaf de straat, bestaande uit hoevegebouwen met gaaf bewaarde volumes opgesteld rondom drie opeenvolgende, rechthoekige en deels begraasde binnenkoeren. Geelbeschilderde, bakstenen bestanddelen van één of anderhalve bouwlaag onder kort overstekende, pannen zadeldaken en boven een gepekte plint. Getoogde muuropeningen met bakstenen onderdorpels. Getrapte dakvensters met rechthoekig laadluik in spitsboognis. Een nutsgebouw met U-vormige plattegrond sluit de eerste binnenkoer af. Typerende lisenen en rondboogomlijstingen. Drie getoogde schuurpoorten in de zuidvleugel. Centrale, getoogde doorgang met dakruiter naar de tweede binnenkoer. Achtergevel uitgevend op tweede binnenkoer met blinde rondboogarcade. Deels behouden.
stalinterieur cf. bakstenen troggewelven en dito bevloering. De tweede binnenkoer wordt ten oosten afgesloten door een lange stalvleugel. Centraal poortrisaliet met getoogde doorgang naar volgende binnenkoer. Bekronende trapgevel met drie gekoppelde laadluiken onder arduinen latei verdiept in spitsboognissen. Ritmerende, rechthoekige nissen met uitgespaarde hoeken. Ten noorden van de tweede binnenkoer een nutsgebouw van zes traveeën onder onderbroken zadeldak. Zijtuitgevel en rechthoekige nissen afgelijnd door een muizentandlijst. Rondbogige muuropening met vlakke omlijsting. Rondboognissen in de zijgevels. Recente aanbouw aan erfzijde. Ten zuiden van de binnenkoer een lage stal van zes traveeën. Twee poortgebouwtjes onder schilddak als oostelijkeafsluiting van het hoevecomplex en van de oost-west-as. Aflijnende baksteenfries, overhoekse muizentand waaronder fries met dropmotief.
Imposant neoclassicistisch complex van ca. 1836 en aangepast ca. 1850, opgesteld rondom twee opeenvolgende binnenkoeren. Grosso modo H-vormige plattegrond bestaande uit vleugels van een, twee en tweeënhalve bouwlaag. Rode baksteenbouw onder zadel- en/ of schilddaken (Vlaamse pannen) boven een gepekte plint. Typerende, aflijnende muizentandlijst, gootlijsten op klossen. De muuropeningen zijn op de begane grond meestal rondbogig en voor de rest rechthoekig. De geelbeschilderde omlijstingen zijn voornamelijk bewaard bij de gebouwen rondom de eerste binnenkoer. Elders zijn her en der sporen ervan bewaard. Vernieuwd schrijnwerk naar oud model met grote en kleine roedeverdeling. De eerste binnenkoer is aangelegd met grasperken, leilinden en gekasseide parterres rondom een centrale vijver en aan de straatzijde afgesloten door ijzeren hekken gevat tussen vierkante pijlers. De toegang wordt geflankeerd door twee woonhuizen, de voormalige directeurs- en conciërgewoning. De woningen hebben een rechthoekige plattegrond en tweeënhalve bouwlaag onder schilddak. Gebruik van gele baksteen voor de hoekkettingen en de omlijstingen van de rondbogige en rechthoekige muuropeningen. Vernieuwd schrijnwerk naar oud model, vensters met grote roedeverdeling. Twee lage L-vormige vleugels verbinden de huizen met het hoofdgebouw. Het hoofdgebouw, beschermd als monument bij K.B. van 14/10/1976, bestaat uit een imposante vleugel van tweeënhalve bouwlaag. Deze verzorgde neoclassicistische gevel is symmetrisch opgebouwd, horizontalisme o.m. door doorlopende arduinen onderdorpel op de eerste verdieping. Centrale inkom in een breed middenrisaliet met een verhoogd driehoekig fronton waaronder een fries met gekoppelde trigliefen. Rondbogige muuropeningen op de begane grond, de vensters liggen gevat in een rondboognis. Analoge, iets soberder uitgewerkte achtergevel, arduinen plint. Vooruitspringend middenrisaliet van drie traveeën onder driehoekig fronton. Rechthoekige vleugeldeuren in rondboognis en onder lateien. Fronton doorbroken door centraal, halfrond venster.
In de lagerezijvleugels hebben sommige van de rechthoekige vensters nog de geblokte, geelbakstenen omlijsting. De tweede binnenkoer is ingericht als sportterrein waarrond brede paden met klinkers, enkele oudere bomen zoals paardenkastanje en linde. Aangepaste interieurs. Achter het gebouw staat buiten de omheining op een weide een achthoekig, bakstenen gebouwtje onder pannen, eventueel vroeger dienst doend als rosmolen.
Kapel
In het verlengde van de centrale as vanaf de ingang bevindt zich de neogotische kapel met basilicale opstand, opgetrokken in 1860. Beschermd in 2001. Rode baksteenbouw met gebruik van arduin voor de plint en bordestrap. Euvillesteen is toegepast bij de omlijstingen, hoekkettingen en afzaten van de steunberen. Leien zadeldak boven middenbeuk en koor, zijbeuken met leien lessenaarsdak. Houten dakruiter onder ingesnoerde naaldspits (leien) en met smeedijzeren kruis. Westgevel getypeerd door een verhoogde puntgevel met hoekkettingen en verjongende steunberen. Getrapte aflijning met witstenen blokken onder de dekplaten. Spitsboogvormig portaal met geprofileerde omlijsting en bekronende kruisbloem, rondboogvenster in het boogveld. Houten vleugeldeur versierd met briefpanelen en met bewaard hang- en sluitwerk. Brede bordestrap met metalen leuningen. Erboven een fraai uitgewerkt roosvenster met vierpassen en in de topgevel een drielichtvenster. De flankerende, schuin oplopende gevels van de zijbeuken hebben schouderstukken, hoekkettingen engekoppelde spitsboogvensters. De zuid-, noord- en koorgevels worden geritmeerd door verjongende steunberen. Zijbeuken met per travee gekoppelde spitsboogvensters,erboven verlichten rondboogvensters, afgescheiden door smallere steunberen, de middenbeuk. Het koor wordt verlicht doorspitsboogvensters. Spitsboogingang in de eerste travee van de zuidgevel. Elegante, houten dakruiter onder ingesnoerde naaldspits (leien) en bekronend smeedijzeren kruis.
Interieur
De plattegrond ontvouwt een driebeukig schip van acht traveeën en een koor van één travee met vijfzijdige apsis. Oorspronkelijk met polychrome neogotische beschildering waarvan tegenwoordig enkel in de sacristie een restant van bewaard is gebleven. De muren zijn nu witbepleisterd. Inkom via een portaal geflankeerd door twee even brede ruimtes (kapellen?) en van het schip afgescheiden door segmentboogarcade steunend op zuiltjes met arduinen sokkel en met knopkapiteel. Erboven een tribune met houten balustrade opengewerkt met driepasbogen.Benedenschip met spitse scheibogenarcade steunend op ronde zuilen met achtzijdige arduinen sokkel en koolbladkapitelen.
De in vakken onderverdeelde houten dakstoel wordt opgevangen door schalken op sokkeltjes en met koolbladkapitelen. De houten gordelbogen worden gedragen door stijlen die rusten op de schalken. Bij de zijbeuken wordt de dakstoel per travee opgevangen door een spitsboog, steunend op de middenzuilen en aan de zijkant op schalken met koolbladkapiteeltjes. Rondboogopening in de hoek van het opgaande muurgedeelte. Vloer in blauwe hardsteen. Sober uitgewerkt koor, spitsboogvensters met glasramen. Twee kamertjes (o.a. de voormalige sacristie) links en rechts met bewaarde, houten paneeldeuren. Troggewelfjes en ingemaakte kast. Heden leegstaand en verwaarloosd. In opdracht van de Vlaamse Overheid heeft de Vlaamse Bouwmeester een open oproep gelanceerd voor een ontwerpwedstrijd om de kapel een nieuwe functie te geven met de daarmee gepaard gaande aanpassingen.
Noordelijke woonvleugel
Ten noorden van het hoofdgebouw aansluitende woonvleugel, naar verluidt toegevoegd in 1904. Langgerekte vleugel van twee bouwlagen onder zadeldak (leien). Opgetrokken in rode baksteen gecombineerd met arduin voor de plint, doorlopende onder- en bovendorpels, hoekblokken van de segmentboogvensters en consoles. Ritmische uitwerking van de gevel door afwisseling van deuren en vensters, per travee afgescheiden door muurdammen en dakvenstersmet trapgevels. Segmentboogvormige muuropeningen, vensters uitgewerkt als drielichten, op de begane grond in een segmentboognis. Uiterst rechts bevindt zich de hoofdingang met trappenhuis in dieper gelegen aanbouw. Interieur met bewaarde ijzeren bordestrap. Merkwaardigedakconstructie in bekist beton en volgens zegsman een vroeg gebruikvan beton voor een kapconstructie. Vrij snel blijkt deze niet stevig genoeg en moet noodgedwongen worden versterkt.
Ateliers
Tegenover de woonvleugel in de noordwesthoek van het domein liggen de drie ateliers daterend van 1910. Dwars op de straat georiënteerde parallelle vleugels opgetrokken in oranje baksteen onder mansardedaken. Het glazen, opstaande dakgedeelte verschaft bijkomende verlichting. Voorgevels uitgewerkt als tuitgevel met middentrapje en aan de zijkanten hoger opgaande muurdammen. Op de begane grond aanleunende lage gebouwen onder lessenaarsdak. Zijgevels per travee gevat in nissen bovenaan verbonden door een rondboogfries. Elke muurdam wordt bovendaks benadrukt door een vierkante pijler met deksteen. Korfboogvensters met geometrische roedeverdeling, nieuw schrijnwerk. In één van de ateliers staat nog het oude machinepark.
Voormalig hotel (Bruggesteenweg nr. 134)
Gelegen in de noordwesthoek van het domein, in 1998 ingericht als bezoekerscentrum met informatie over de betekenis van de instelling en het omliggende landschap.Hotel, opgericht in 1855 waar de bezoekers tegen een gunstige prijs konden logeren. Toegankelijk via een decoratieve smeedijzeren poort en van de straat afgescheiden door een ligusterhaag. Bepleisterde en witbeschilderde baksteenbouw. Symmetrischuitgewerkt met centrale inkom van twee bouwlagen en drie traveeënonder dwars zadeldak (mechanische pannen) geflankeerd door twee lage vleugels van twee traveeën onder half schilddak (mechanische pannen) met onder de brede dakrand een brede tandlijst. Begane grond met korfboogvormige muuropeningen, erboven een korfboogfries op getrapte consoles. Op de verdiepingen in de top van het centrale gedeelte resp. vijf en twee afgeronde lancetvensters metdoorgetrokken onderdorpel op klossen. Topgevel gemarkeerd door oplopende tandfries. Beschilderd opschrift boven de plint"STREEKCENTRUM OPEN SINT PIETERSVELD".
Achter het hotel bevindt zich vroeger een brouwerij (gesloopt in 1949) waarvan nog enkel de bierkelder is bewaard. Achterliggende weiden en jonge boomgaard op de gronden van de vroegere moestuin. Palend aan de weide bevindt zich een pittoreske tuinpaviljoen, wellicht uit het interbellum. Oranje baksteenbouw onder zadeldak (daktegels) met aan de zuidkant een veelhoekige erkeruitbouw. Rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling.
Met dank aan: |
Van Vlaenderen P. & Vranckx M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, (onuitgegeven werkdocumenten). |
Auteurs : Patricia Van Vlaenderen, erfgoedconsulent, Afdeling R-O West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed Martien Vranckx, bouwhistorica |
De inventaris is een dynamisch document. De meest recente gegevens en fotomateriaal vind u op http://inventaris.vioe.be. |
Het weer
Snelgids
· Contacteer Sint Caroluskerk
· Zo is Doomkerke
· Doomkerke in een notendop
· Dorpslied
· Kamphuislied
· KFC Doomkerke lied
· Uw (handels)zaak toevoegen
· Zoek in deze site
Moppen van Fonne
Dromen zijn bedrog
“Vanmorgen “ zei Chris “voel ik mij een beetje loom,
‘k had vannacht een sportieve droom,
‘k heb gans de nacht gefietst met mijn vriendin Claire,
lekker genietend, ’t was spectaculair .
Zo’n droom wil ik overdoen, maar dan in ’t echt
en voor de conditie is het ook niet slecht”
Dat is waar beaamde haar ventje
en gaf haar nog een extra complimentje..........
"Maar ik ,ik had de ganse nacht seks,dat was nogal iets."
“Met mij “ jubelde Chris,” bah nee,” zei hij,” ge waart weg met de fiets.” Godwaert 25 02 96