Bruggesteenweg nr. 105
Brasserie op de hoek met de Predikherenstraat (op grondgebied Wingene). Z.g. "DE RADIO" cf.- opschrift, verwijst naar het nabijgelegen radiozendstation en acht zendmasten (cf. Wingene) opgericht in 1923 op het Sint-Pietersveld. Het station zou eerst op Ruiseleeds grondgebied worden gebouwd maar wordt om technische redenen in Wingene gerealiseerd. Gebouwd in 1860 als pachthoeve met herberg door Armand De Roo, kasteelheer van kasteel De Roo op Doomkerke (cf. Brandstraat nr.93). In 1925 verbouwen nieuwe eigenaars de herberg en breiden die een meter naar voren uit. Later worden de stallingen achteraan verbouwd tot feestzaal. Lage, verankerde, bruine baksteenbouw onder mansardedak (mechanische pannen). Dubbelhuis met roodbakstenen gevel boven een gecementeerde plint (simili breuksteen), sierankers. Gebruik van geglazuurde baksteen in groen en wit voor de doorlopende banden, segmentboogvormige ontlastingsbogen en muizentandlijst onder de dakgoot. De vier dakkapellen zijn verdwenen. Rechterzijgevel met rechthoekig venster op de begane grond en gekoppeld
rondboogvenster in de topgevel. Stoep met tegels en voorliggende kasseistrook.
Met dank aan: |
Van Vlaenderen P. & Vranckx M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, (onuitgegeven werkdocumenten). |
Auteurs : Patricia Van Vlaenderen, erfgoedconsulent, Afdeling R-O West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed Martien Vranckx, bouwhistorica |
De inventaris is een dynamisch document. De meest recente gegevens en fotomateriaal vind u op http://inventaris.vioe.be. |
Het weer
Snelgids
· Contacteer Sint Caroluskerk
· Zo is Doomkerke
· Doomkerke in een notendop
· Dorpslied
· Kamphuislied
· KFC Doomkerke lied
· Uw (handels)zaak toevoegen
· Zoek in deze site
Moppen van Fonne
Wie schoentje past trekke het aan.
De winter was pas twee weken oud.
’t Was gesneeuwd en ijsbijtende koud.
Een hongerige vogel keek uitgeput van op ons dak,
‘k kreeg medelijden en ‘k timmerde een voedingsbak.
Die vulde ik met zaden en kruimels brood,
’t beestje pikte gulzig en was gered van de hongerdood.
Maar ’s anderendaags, ‘k weet niet hoe het ging,
er zaten daar wel 10 vogels in een grote kring.
Ik vulde die voederbak tot boven en bleef staan,
wel honderd vogels kwamen eraan.
Vogels van alle slag, ze krijsten door elkaar.
Ik keek geamuseerd, naar een zeldzaam exemplaar.
’t Werd lente en ze bleven maar komen.
Ze maakten nesten , eerst in de hoge bomen,
ze werden alsmaar driester, op ’t balkon en onder de goot,
in alle holtes van het dak, de kleintjes werden groot.
Ze aten, fladderden en floreerden continue,
in duikvlucht pikten ze een worst van de barbecue.
Dat was er over, ‘k begon met de voederbak weg te nemen.
Geen eten meer, de volgende week waren alle vogels verdwenen.
Maar toen begon de grote kuis, geen schor geroep,
weken duurde het gewas en geplas van die vuile troep.
Bij deze heb ik de aandacht van de lezer gewekt,
neem de voederbak weg en iedereen vertrekt. Godwaert